Teeltsysteem
Naast gezond ook nog eens heel lekker
Frambozenplanten zijn doorlevende planten die aan tweejarige zijtakken produceren. De stengels zijn kruidachtig , houtig en dikwijls bezet met doorntjes (niet bij alle rassen). De bladeren zijn 3 voudig (soms 5 voudig op jonge scheuten) en hebben een gezaagde rand.
De bloemen hebben 5 kelkbladeren en 5 wit tot roze gekleurde bloemblaadjes. De meeldraden staan in 2 rijtjes en hun aantal loopt op tot 90 stuks. De vorm en grootte van de bloembodem zijn bepalend voor de grootte en de vorm van de vruchten.
Het wortelstelsel is sterk vertakt, vooral in de eerste 25 cm rond de plant waar zich 70% van de wortels bevinden.
Frambozen zijn samengestelde vruchten, dwz dat eigenlijk individuele vruchtjes samengroeien tot een vrucht. De frambozen worden vaak gezien als kleine, oranje rode vitamine bommetjes en om die reden heel veel belangstelling genieten mede natuurlijk ook omdat ze naast gezond ook nog eens heel lekker zijn. Ze worden in alle landen van Europa geteeld.
De teelt is traditioneel een buitenteelt, maar steeds meer productie vindt plaats onder regenkappen, tunnels en in kassen.
Invloeden
- Wind: Frambozen zijn over het algemeen gevoelig voor wind. De planten kunnen veel takbreuk oplopen maar ook als gevolg van wind stoppen met lengtegroei.
- Water: Frambozen zijn gevoelig voor “” natte voeten”, ze groeien slecht op natte bodems. Ook neemt het risico op aantasting door bodemschimmels sterk toe op dergelijke percelen
- Temperatuur: Sterke vorst in de winter kan voor behoorlijke schade zorgen aan de cane, lente nachtvorst beschadigd veel bloemen en vroege vorst in de herfst heeft een negatieve invloed op de productie van volgend jaar. Te hoge tempraturen zijn ook schadelijk omdat de vruchten te snel rijp worden of zelfs verbranden.
- Licht: Licht is als energiebron onontbeerlijk voor de fotosynthese van de plant. Bij de keuze van plantsysteem zal dus rekening moeten worden gehouden met het optimale gebruik van het beschikbare licht.
Rassen
De rassen worden verdeelt in zomerframbozen en herfstframbozen. Zomerframbozen hebben de cane nodig die een jaar daarvoor is gegroeid om daaraan nu de zijscheuten(lateralen) te laten groeien waaraan de vruchten ontstaan. Herfstframbozen produceren in het groei-jaar aan het bovenste gedeelte van de cane en die productie komt pas na de zomer op gang.
Zomerframbozen:
- Tulameen: Het ras heeft een heel hoge productie, een redelijke vruchtsortering, een goede smaak, relatief goede houdbaarheid en stevigheid. De vruchten zijn mooi conisch gevormd. De vruchttakken kunnen erg lang worden, wat het oogsten moeilijker maakt
- Glen Lyon: Dit ras wordt vooral in Spanje nog altijd veel geteeld. De planten laten zich goed manipuleren voor een verlate teelt. De vruchten zijn niet al te groot maar wel vrij stevig. Smaak is middelmatig.
- Glen Ample: De vruchtkwaliteit, productiviteit en sortering is vergelijkbeer met Tulameen. De planten beginnen pas te dragen na een behoorlijke koudeperiode, wat het uitlopen soms moeizaam maakt. Het ras maakt veel nieuwe en groeikrachtige scheuten.
Herfstframboos:
- Primeberry Sugana: Deze jonge selectie produceert licht gekleurde stevige dikke frambozen van wel tot 8 gr per stuk. Ook na bewaring behoud dit ras de lichte kleur heel goed. De productie is erg goed. Zo ook de smaak. Het ras blijkt iets gevoelig voor dubbele vruchten, waarbij het lijkt alsof de bloembodem gescheurd is waardoor 2 vruchten ontstaan.
- Heritage: Is een herfstframboos met een hoge productie maar wel veelal met kleinere vruchten.
Planttypes
Om frambozen te kunnen telen kan op verschillende manieren tot productieplanten gekomen worden. Bedenk dat een plant 2,5 meter hoog kan worden en in de breedte gemakkelijk 1,5 meter kan bereiken. Hiermee moet dus bij de aanplant rekening gehouden worden. Verder is het belangrijk dat de planten op een kleine rug geplant worden, om te voorkomen dat onder ongunstige omstandigheden water om de planten blijft staan en wortelziekten kunnen ontstaan.
Tevens hebben de planten goede ondersteuning nodig. Met deugdelijke palen en goede draad kan daarin voorzien worden. Verder worden de zijscheuten(lateralen) aan beide zijden vaak op meerdere draden ondersteund zodat het gewas open blijft en de vruchten makkelijker te plukken zijn. Tevens droogt het gewas dan sneller en ontstaan minder snel problemen met vruchtrot.
Wortels
Wortels uitleggen is vanuit de vroegere teelten de meest gangbare methode. De wortels worden verzameld in late herfst als de planten in rust zijn. Deze worden dan opgeslagen om in het voorjaar uitgelegd te worden. De wortels worden in kleine ruggen uitgelegd en als de weersomstandigheden goed zijn groeien op iedere oksel een scheutje. Om tot een goede opbrengst te komen zijn 5 tot 7 goed ontwikkelde scheuten per m1 voldoende, de rest moet worden verwijdert. Tijdens de groei moeten de scheuten regelmatig worden vastgebonden aan een tonkinstok of aan een draad. Hierdoor ontwikkeld zich een mooie dikke, lange cane die bij zomerframbozen volgend seizoen een grote oogst kan geven. Bij een herfstframboos kan de eerste oogst al in de late herfst van het plantjaar verwacht worden.
Korte Canes
Deze bewortelde planten zijn ongeveer 40 cm lang. Ze kunnen rechtstreeks is het productieveld geplant worden. Na aangroei ontwikkelen zicht de ogen op de plant en kan de can worden teruggesnoeid tot net boven de 2 sterkste scheutjes. Deze 2 groeien dan verder en moeten ook weer ondersteund worden door aan een tonkin of draad vastgebonden te worden. De productie komt ook nu weer bij zomerframbozen volgend jaar op gang, bij herfstframbozen al in de late herfst van het plantjaar
Long Canes
Long canes worden vooral bij zomerframbozen gebruikt. Deze planten hebben in het voorafgaande jaar al de lengte ontwikkeld om nu in het plantjaar direct een oogst te geven. Veelal worden deze planten iets later gezet zodat de oogst niet gelijk komt met de normale oogst. De tijd tussen planten en oogst zal iets van 90 dagen zijn. Het is duidelijk dat deze planten tijdens die 90 dagen het aan niets mag ontbreken, anders zal de oogst tegenvallen of zullen de vruchten te klein blijven.
Gepotte long canes
Om de uitgangspositie voor de long canes beter te maken worden deze steeds meer in potten opgekweekt waarbij de pot vol met actieve wortel zorgt dat de plant veel gemakkelijker begint te groeien. Deze planten worden veelal in kassen of tunnels geplant. De prijs is wel hoger maar de bedrijfszekerheid is ook veel beter. Ook hier is het nodig om tijdens de teelt alle maatregelen te treffen zodat de planten niets te kort komen, alleen dan wordt de productie goed.
2 in 2 ltr pot
Een veel gebruikte combinatie is een 1,8 of 2 ltr pot met daarin 2 long canes. Deze worden uitgeplant zodat iedere lengtemeter teelt 5 of 6 canes productie geven. Als de teelt in een tunnel plaats vindt kan gekozen worden om los van de grond in bakken te telen. Voordeel is dat de controle veel beter wordt, heel accuraat gevoed en water gegeven kan worden en vooral dat de tunnel in lengte van jaren voor deze teelt gebruikt kan blijven. Er ontstaan immers geen bodemziektes en de wortels staan nooit in het water. De investering in tunnel en teeltondersteuning is daardoor meer verantwoord.
3 in 2,5 ltr pot
Om nog intensiever te kunnen telen kunnen ook 3 canes per iets grotere pot opgekweekt worden. Voordeel is vooral te vinden door de besparing op pot, potgrond, opslag en transport. De teeltmogelijkheden zijn verder gelijk.
Plugplanten vers
Als een nieuw veld aangelegd moet worden in het voorjaar en als gekozen wordt voor een vers gegroeide plant dan is een plugplant een goede mogelijkheid. Deze zijn in het voorjaar in de kas gestekt en in het plugje gegroeid, de korte groeitijd in de kas maakt de kans op aantastingen kleiner. Deze planten kunnen pas vanaf mei buiten gezet worden omdat een fikse nachtvorst voor een flinke beschadiging zou kunnen zorgen. Vooral bij herfstframbozen is dit een goede keus, hoewel de opbrengst in het eerste jaar niet geweldig groot zal zijn is het wel voldoende om te telen.
Overwinterde plugplanten
Als de verse plugplanten niet in mei geplant kunnen worden, bestaat ook de mogelijkheid om ze in de kwekerij door de zomer te laten groeien en in de herfst in de koelcel op te slaan. Vervolgens kunnen ze het jaar daarna uitgeplant worden in het productieveld en zullen ze pas een jaar daarop productie geven.
Zomerframboos (Floricanes)
Bij zomerframbozen worden naast de standaard teelt, waarbij de oogst in het jaar na planten tijdens het hoofdseizoen komt, een verlate teelt met longcanes in de praktijk gebracht. Hierdoor ontstaat een langer seizoen. Het seizoen kan nog langer gemaakt worden door de standaard te vervroegen middels teelt in tunnels of kassen .
In alle gevallen moeten de planten goed ondersteunt worden en voldoende plaats krijgen om te groeien. Vaak is het beter iets minder intensief te telen en de planten meer plaats te geven. Niet alleen voor de ontwikkeling van de plant maar ook voor het gemakkelijk kunnen oogsten en behandelen van de teelt.
Herfstframboos(Primocane)
Herfstframbozen worden vooral gebruikt als de oogst vanaf augustus gepland is. De weersomstandigheden zijn dan echter niet altijd optimaal en deze teelt hoort dus eigenlijk onder regenbescherming te staan.
De primocane rassen hebben vaak ook de eigenschap dat het onderste gedeelte van de cane na de oogst van het bovenste deel in de herfst, in het voorjaar heel vroeg vrucht kunnen dragen. Deze eigenschap wordt vooral in Zuid-Europa veel gebruikt om dezelfde plant 2x te laten oogsten. Beide keren op een moment dat er geen overproductie te verwachten is. Wel moet rekening gehouden worden met een afnemende opbrengst na jaren omdat de planten tijdens het vruchtdragen niet sterk in de lengte groeien en tijdens de lengtegroei niet al te veel vruchten dragen. Wat dus in de herfst geplukt wordt heeft in negatieve invloed op de productie in het voorjaar en de productie in het voorjaar heeft een negatieve invloed op de groei en daarmee op de productie in de herfst